Meteen naar de inhoud

Sangiovese

    Sangiovese is zonder twijfel een van de grootste druiven in Italië. En niet enkel omdat het de meest aangeplante blauwe druif is, maar ook vanwege de kwaliteit die eruit voorkomt. Sangiovese is (vaak in aangepaste vorm) de ster van Chianti en Chianti Classico, Brunello di Montalcino en Vino Nobile di Montepulciano, en een dragende kracht in vele andere DOC’s en DOCG’s.

    Kenmerken

    Sangiovese, volgens een van de vele legendes het bloed van Jupiter (sanguis Jovis), is een druif met veel gezichten. Je kan dit vrij letterlijk nemen, want er zijn meer dan 80 klonen bekend. De bekendste zijn de Sangiovese Grosso, a.k.a. Brunello (die vooral rond Montalcino groeit), de Prugnolo Gentile (basis van de Vino Nobile di Montepulciano) en Morellino (uit Scansano, in het zuiden van Toscane).

    Onder die verschillende namen is Sangiovese de meest aangeplante druif in Italië, meer nog dan de Trebbiano Toscano (een witte druif die vooral voor volume wordt aangeplant), en een van de top 10 meest aangeplante druiven ter wereld. Omdat Sangiovese zo alomtegenwoordig is in Italië, is het ook niet eenvoudig om een algemene beschrijving ervan te geven. Overal in Italië vind je andere terroirs, die andere accenten meegeven aan de resulterende wijn, en vaak wordt de druif ook gebruikt in blends met andere, vaak lokale, druiven.

    Toch zijn er een aantal zaken die altijd terugkomen. Naast delicate kersenaroma’s, mediterrane kruiden en verfrissende zuren zijn vooral de stevige tannines een kenmerk voor deze blauwe druif. Vandaar dat die vaak in meer of mindere mate wordt gekoppeld aan een druif die elegante fruitaroma’s toevoegt om te balanceren. Maar een goeie wijnmaker maakt een uitgebalanceerde kwaliteitswijn van 100% Sangiovese, de TdM Emilio bijvoorbeeld, om maar een van onze favorieten te noemen.

    DOC’s en DOCG’s

    Sangiovese groeit eigenlijk overal in Italië. Toscane is uiteraard het centrum van de kwaliteits-Sangiovese, maar de druif wordt ook vaak gebruikt in Emilia-Romagna en Le Marche in Midden-Italië, en in Puglia in het uiterste zuiden. Sangiovese kan daarbij op zichzelf staan, maar speelt soms ook de tweede viool om wat zuren toe te voegen in de vaak zware, over-fruitige wijnen uit het zuiden. Er is dus heel wat wijn te vinden die deels of volledig van Sangiovese gemaakt wordt, maar voor deze blog beperk ik me tot de meest bekende herkomstbenamingen, waar Sangiovese meer is dan enkel ondersteuning.

    Chianti / Chianti Classico

    Wie Sangiovese zegt, zegt uiteraard Chianti. Al eeuwenlang is de Chianti-streek de thuis van Sangiovese, en al eeuwenlang vormt Sangiovese ook de basis van de Chianti wijn. Vroeger werd de druif al eens geblend met Malvasia en Trebbiano Toscano, vandaag de dag vooral met de lokale Canaiolo Nero en Colorino, of met de internationale Cabernet Sauvignon en Merlot. Toch wordt een groot deel van de Chianti, en zeker in Chianti Classico, van 100% Sangiovese gemaakt, en meer is er eigenlijk niet nodig voor een echte topwijn.

    Chianti is natuurlijk niet één wijn, maar een verzameling van heel wat verschillende wijnen. Het gebied waarbinnen je wettelijk gezien Chianti mag produceren is groter dan Bordeaux, en biedt ook evenveel diversiteit qua bodemsoort, hellingsgraad, temperatuur en alle andere factoren die de groei van de druif beïnvloeden. Dit zorgt voor een enorme variatie aan wijnen, van de elegante fruitige wijnen uit de heuvels ten oosten van Firenze (beter gekend als Chianti Rufina, en zeker de moeite om te ontdekken!), tot de zwaardere, diepere wijnen uit het zuiden rond Siena, en alles daartussen. Het zou ons in deze blog over Sangiovese te ver leiden als we hier veel dieper op ingaan, maar als het je interesseert kan ik je zeker Chianti aanbevelen!

    Brunello di Montalcino

    Brunello di Montalcino heeft niet veel introductie nodig: dit is een van de bekendste herkomstbenamingen in de wijnwereld, waar de beste wijnen vandaan komen, en waar ook helaas het hoogste prijskaartje aan vasthangt. Brunello wordt gemaakt van 100% Brunello, wat de naam is voor de lokale variant van Sangiovese. Die wordt ook wel eens Sangiovese Grosso genoemd (dikke Sangiovese), omdat hij een dikkere schil heeft dan de normale Sangiovese, en zo ook meer tannines en bijgevolg body aan de wijn geeft. De Brunello-druif groeit voornamelijk in en rond het middeleeuwse stadje Montalcino, en is er ook onlosmakelijk mee verbonden.

    De hoge tannines en hoge zuren in de Brunello-druif zorgen voor wijnen die jaren, of zelfs decennia kunnen blijven liggen, en steeds hun frisheid en smaak behouden (en meestal zelfs verbeteren). Een oude Brunello biedt je een overvloed aan rijp en gedroogd fruit, noten, leer en chocolade, met een aciditeit en tannines die perfect in mekaar verweven zijn. Maar ook als je geen 10 tot 20 jaar wil wachten is er een Brunello voor jou. De voorbije jaren worden namelijk steeds meer Brunello’s geproduceerd die ook op jonge leeftijd al perfect drinkbaar zijn, door een kortere maceratie op lagere temperatuur, waardoor minder tannines uit de schillen worden onttrokken. Je krijgt dan niet de typische smaken die je krijgt door de wijn langzaam te laten rijpen, maar wel hopen rood fruit, bessen en viooltjes, met wat bitterheid door de nog niet helemaal afgezwakte tannines en vrij hoge aciditeit.

    De meeste Brunello-wijnhuizen produceren ook de Rosso di Montalcino. De Rosso is een aparte herkomstbenaming, met andere regels dan de Brunello. Zo moet de wijn geen 4-5 jaar rijpen, maar is hij al klaar om op de markt te komen na 1-2 jaar, en is hij ook meteen op dronk. De Rosso wordt daarom ook wel eens het kleine broertje van de Brunello genoemd, met minder diepgang en minder kwaliteit. En dat klopt ook wel. Maar dat betekent ook een lager prijskaartje, en een wijn die beter geschikt is voor de meeste gerechten die je thuis klaarmaakt. Vergelijk het met een goeie Chianti: hoge zuren, zachte tannines, veel fruit en, afhankelijk van hoe snel je drinkt, uren genieten.

    Vino Nobile di Montepulciano

    Vino Nobile di Montepulciano is misschien minder bekend dan Brunello en Chianti, maar ook deze DOCG brengt fantastische wijnen voort van voornamelijk Sangiovese. Of, om preciezer te zijn, van Prugnolo Gentile, de lokale naam in Montepulciano voor Sangiovese Grosso, en dus dezelfde druif die in Montalcino gebruikt wordt. In tegenstelling tot Brunello moet Vino Nobile niet van 100% Prugnolo Gentile gemaakt worden, 70% is voldoende. De wijn wordt verder aangevuld met lokale variëteiten zoals Canaiolo en Mammolo, waardoor Vino Nobile een heel eigen karakter heeft.

    In een glas Vino Nobile ga je vooral donker fruit herkennen, zwarte kersen en pruimen bijvoorbeeld, maar ook rijpe aardbeien en kersen. Je vindt er ook heel wat complexere smaken als leer en tabak in terug, zoals je die ook in oudere Chianti en Brunello vindt, en vaak ook een kenmerkende finish van theeblaadjes. Die finish komt van de stevige tannines in schil van de Prugnolo Gentile, die in balans worden gehouden door even stevige zuren, waardoor je ook deze wijn jarenlang in je kelder kan vergeten tot het ideale moment zich aandient.

    Net als in Montalcino wordt ook rond Montepulciano een jonger broertje geproduceerd: de Rosso di Montepulciano. Net als bij de Rosso di Montalcino kun je hier een lichtere, fruitigere wijn verwachten aan een lagere prijs, die je zonder schuldgevoel kan serveren bij je dagdagelijkse gerechten.

    Ook interessant om te weten: Vino Nobile di Montepulciano heeft helemaal niets te maken met de Montepulciano-druif, of met de Montepulciano d’Abruzzo DOCG. De druif komt misschien oorspronkelijk uit Toscane (al is daar eigenlijk geen zekerheid over), maar is niet gerelateerd aan de Prugnolo Gentile, en mag niet in Vino Nobile geblend worden.

    Nog een laatste weetje: in de 19e eeuw kregen de wijnen uit Montepulciano vaak een Chianti label. De streek ligt namelijk binnen de Chianti Colli Senesi subzone, en voldoet ook aan de regels voor Chianti. Gelukkig kende Montepulciano een wedergeboorte in de tweede helft van de 20e eeuw, waardoor we nu terug kunnen genieten van een glas (of fles) Vino Nobile di Montepulciano.

    Morellino di Scansano

    Als Vino Nobile di Montepulciano al minder bekend is dan Chianti en Brunello, dan is Morellino di Scansano dat al helemaal. Dit is een kleine DOCG in de Maremma, Zuid-Toscane, rond de stad Scansano. De naam van de DOCG is er op dezelfde manier gekomen als bij de Brunello di Montalcino: Scansano is de plaats waar de wijn gemaakt wordt, Morellino is de voornaamste druivensoort die gebruikt wordt. En net als bij Brunello, wat letterlijk “kleine bruine” betekent, is Morellino ook het verkleinwoord voor morello, wat een soort kers is. En om de vergelijking compleet te maken: Morellino is net als Brunello een lokale naam voor Sangiovese Grosso.

    Morellino di Scansano heeft natuurlijk ook haar eigen kenmerken, die haar onderscheiden van Brunello. Zo moet minstens 85% van de druiven Morellino zijn, de wijn mag voor de rest aangevuld worden met lokale variëteiten. Morellino di Scansano heeft ook geen vereisten voor rijping op vaten, in tegenstelling tot Chianti, Brunello en Vino Nobile, waardoor je vaak jonge, frisse Morellino’s op de markt vindt. Daarin vind je een overvloed aan levendig rood fruit, pruimen, leer en kruiden. Je kan ook kiezen voor een Riserva, die minstens 2 jaar moet rijpen, als je op zoek bent naar meer diepgang en complexiteit.

    Morellino di Scansano is dus minder bekend dan Brunello, Chianti en Vino Nobile, maar dat maakt de streek misschien ook net zo interessant. Het warme klimaat biedt enorme mogelijkheden voor de rijping van de druiven, en de minder strenge vereisten zorgen ervoor dat lokale producenten meer vrijheid hebben om te experimenteren met stijl en kwaliteit. Een fles Morellino zal ook een lager prijskaartje hebben dan zijn bekendere neefjes, waardoor het dus zeker de moeite wordt om een aantal verschillende flessen naast elkaar te proeven en er ook urenlang over te debatteren met gelijkgestemde zielen.

    Carmignano

    Carmignano is een herkomstbenaming die veel mensen niets zal zeggen, maar die absoluut de moeite is om even bij stil te staan. Het stadje Carmignano ligt zo’n 20km ten westen van Firenze, en dus vrij noordelijk t.o.v. de grote Sangiovese-wijnen uit het zuiden van Toscane. Maar vergis je niet, deze streek ademt wijngeschiedenis: al in 1369 was de wijn uit Carmignano vier keer zo duur als andere wijnen, en al rond 1700 werden hier jonge druivenstokken gekweekt, waaronder ook geïmporteerde Cabernet Sauvignon. Toch werd de streek overschaduwd door Chianti, en wijnen uit Carmignano werden vaak verkocht als Chianti Montalbano (een van de Chianti subzones). Pas in 1975 kreeg Carmignano zijn eigen DOC, en in 1990 zelfs een DOCG, het hoogste trapje in de Italiaanse wijnhiërarchie.

    Carmignano was de eerste DOC(G) in Toscane die ook internationale variëteiten als Cabernet Sauvignon en Cabernet Franc toeliet in de blend. Vandaag moet er minstens 50% Sangiovese in een Carmignano zitten, aangevuld met tot 20% Canaiolo Nero, 10 tot 20% Cabernet Sauvignon en ook 10 tot 20% Cabernet Franc. Een Carmignano heeft dus een veel internationaler profiel dan de klassieke Chianti. Door de koelere temperaturen zal de stijl van de wijn ook meer aanleunen bij de Franse wijnen, zeker in mindere jaren als de Cabernet niet ten volle kan rijpen en dat typische aroma van groene paprika heeft. Verder heeft Carmignano eigenlijk het ideale terroir om deze druiven te kweken: de bodem zit vol kalk, het water wordt snel afgevoerd om een lage opbrengst bij de planten af te dwingen, en er is een ideale afwisseling tussen warme dagen en koude nachten in het groeiseizoen, waardoor de wijn volledig kan rijpen maar toch ook de nodige frisheid behoudt. Het resultaat is een mooi gebalanceerde, moderne, internationale wijn, zeker de moeite om eens te proeven als je de kans hebt!

    Rosso Piceno en Conero Rosso

    Het moet ook niet altijd Toscane zijn… Om dit lijstje van DOC’s en DOCG’s af te ronden gaan we ook eens de grens over naar Le Marche, aan de Adriatische kust. Daar vinden we de appelaties Rosso Piceno en Conero Rosso, twee minder bekende namen misschien (als je ze vergelijkt met Brunello), maar met heel eigen kwaliteiten.

    Rosso Piceno en Conero Rosso zijn allebei blends van Sangiovese (uiteraard) en Montepulciano, maar in verschillende verhoudingen. De Rosso Piceno mag tot 60% Sangiovese bevatten, terwijl er in de Conero maar tot 15% in zit. Het zal misschien vreemd klinken, gezien de reputatie van Sangiovese, maar eigenlijk bepaalt het percentage Montepulciano de kwaliteit van de wijn. De Conero Rosso is dus de kwalitatief betere, duurdere wijn van de twee!

    Rosso Piceno is dus de dagdagelijkse wijn: een relatief lichte, fruitige wijn, geen te hoog alcoholpercentage, past uitstekend bij wat je vanavond wil klaarmaken. Je zal er het typische rode fruit in herkennen die je in de meeste Sangiovese wijnen vindt, aangevuld met het wat stevigere zwart fruit waar de Montepulciano om bekend staat. Voeg daar wat hoge zuren en medium tannines bij, en je bent klaar voor een rustige avond alleen of met vrienden, met een lekkere wijn die niet te veel aandacht vraagt.

    Maar soms mag het ook wat serieuzer, en dan is er dus de Conero Rosso. Deze wijn bestaat uit hoofdzakelijk Montepulciano, en zal een veel donkerder, zwaarder profiel hebben dan de Rosso Piceno. Zwarte bessen, braambessen, wat mediterraanse kruiden en typische aroma’s die zich ontwikkelen na 1 tot 2 jaar rijping in houten vaten. De tannines zijn wat meer aanwezig, maar nog steeds in balans dankzij de Sangiovese-zuren, de maaltijd mag dus iets zwaarder. Of, als je niet meteen iets vindt om met deze wijn te combineren, je kan eerst je fles Rosso Piceno serveren bij het eten, en na het eten de Conero openen om er ten volle van te genieten.

    Ik zou nog wel even kunnen doorgaan met het opsommen van DOC’s en DOCG’s waar Sangiovese een kleinere of grotere rol in speelt, zoals Montefalco Rosso in Umbrië, of de vele streken in het zuiden waar Sangiovese geblend wordt met Primitivo, Nero d’Avola en andere lokale druiven. Maar dat zal misschien ook beginnen vervelen… Dus dat bewaren we voor een toekomstige blog.

    Wat je uit deze blog vooral moet onthouden, als je er al iets van wil onthouden, is dat Sangiovese de absolute koning is van Toscane, en de ster in enkele van de bekendste herkomstbenamingen. Maar ook buiten Toscane wordt overal in Italië Sangiovese gebruikt, meestal ter ondersteuning van de lokale variëteiten. En zelfs als we verder kijken dan Italië blijven we Sangiovese tegenkomen. De druif heeft nog niet dezelfde internationale status als bijvoorbeeld Cabernet Sauvignon en Merlot, maar je mag er zeker van zijn dat ze ook in de Nieuwe Wereld uitgebreid aan het experimenteren zijn met deze topdruif. Er is dus nog veel Sangiovese om te ontdekken!

    This website uses cookies. By continuing to use this site, you accept our use of cookies. 

    nl_NL