De ene is een zoete witte wijn, van een druif met een zeer eigen karakter, die vooral bekendheid geniet vanwege 2 appellaties in de Rhône vallei. De andere is een stevige rode wijn, van een druif die over heel Spanje groeit, en waar praktische elke Spaanse wijnproducent zijn eigen versie van maakt. 2 totaal verschillende wijnen dus, en allebei zeer de moeite waard om te ontdekken.
Laat ons beginnen met de Viognier. Wit voor rood, dat lijkt me een logisch volgorde om te proeven. Maar in dit geval kan daar wel over gediscussieerd worden. Dit is namelijk geen gewone witte wijn, maar een vendimia tardia, in het Nederlands een late oogst. Het laat oogsten is een tactiek die op meerdere plaatsen gebruikt wordt om meer suikers op te bouwen in de druif voor die geoogst wordt, en de druif ook iets te laten uitdrogen aan de wijnstok. Door het vochtverlies worden de smaken meer geconcentreerd, en de suikers ook. Het resultaat is gelijkaardig aan wat je in Sauternes vindt, daar bekomen ze dit resultaat dankzij de Botrytis Cinerea, beter gekend als nobele rot, een schimmel die het vocht uit de druif onttrekt. En daar betaal je soms veel geld voor…
In dit geval hebben we veel minder geld betaald, maar het resultaat mag er absoluut zijn. De wijn is zeer mooi goudgeel en na het walsen lopen de tranen vrij traag weg, de eerste indicaties dat dit inderdaad een wijn is die laat geoogst is, en zo heel wat extra suikers te bieden heeft. In de neus de misschien wel typische Viognier geuren van sinaasappel en bloemen, zeer vol en aromatisch. Maar in de mond merk je pas dat dit echt een zoete wijn is. Vanaf de eerste slok voel je de volle, boterige textuur, merk je dat er nog maar zeer weinig zuren zijn overgebleven, en proef je vooral de zoetigheid. Het is een specifieke smaak, voor mij niet een waar ik elke dag nood aan heb, maar absoluut een fles om ’s avonds open te doen met wat andere mensen die er iets over kennen, en er vooral graag over discussiëren.
De Torremayor Crianza is een heel ander beestje. In tegenstelling tot de Viognier is dit een zeer herkenbare, straightforward, 100% Tempranillo, Crianza, die 12 maanden op houten vaten (Franse en Amerikaanse eik) gerijpt heeft, en alles biedt wat je van zo’n wijn zou verwachten. Op het eerste zicht merk je al wat tekenen van ouderdom en evolutie: de randjes beginnen wat doorzichtig te worden, en je merkt duidelijk een bruine schijn tussen al het kersenrood. De neus en de mond zijn dan ietwat verrassend, omdat je toch vooral fris rood fruit opmerkt, en de zuren nog opvallend aanwezig zijn. De wijn voelt vrij licht aan, niet alsof hij een jaar in houten vaten en erna enkele maanden op fles gerijpt heeft.
Tot je je glas lang genoeg hebt laten staan. Dan merk je al van een afstandje dat er iets in het glas gebeurd is, dat het tijd wordt om eens opnieuw te proeven. Plots merk je de complexere ondertonen en de kruidigheid in de neus, en bij je volgende slok zijn de smaken al verder geëvolueerd tot wat donkerder fruit, met wat bittere chocolade-nuances op de achtergrond. De zuren zijn meer verweven met de tannines, en het geheel proeft al meer als de crianza die je zou verwachten. Het wordt nooit een heel grote, zware wijn, maar het is zeker een volwassen wijn die een goed gerecht naar een hoger niveau kan tillen. En zelfs als je glas leeg is, blijf je de fruitige tonen in de afdronk nog naproeven.