Er zijn weinig streken in Italië die even bekend, even geliefd en even belangrijk zijn als Toscane. En dat geldt zeker in de wijnbouw! Wijn is natuurlijk een kwestie van smaak, en ik kan heel goed begrijpen dat je een voorkeur hebt voor de power en finesse van Barolo en Barbaresco, voor de zuivere witte wijnen uit Friuli, voor de toegankelijkheid van Primitivo’s en Negroamaro’s uit het zuiden of voor de fruitigheid van Valpolicella, maar voor mij komt de beste Italiaanse wijn uit het hart van de laars, en is die gebaseerd op Sangiovese. Daarom ga ik in deze blog wat dieper in op de verschillende wijnen die Toscane te bieden heeft.
Chianti / Chianti Classico
Wie Toscaanse wijn zegt, zegt Chianti. Dat is al honderden jaren zo, en dat zal ook nog lang zo blijven. En terecht, want Chianti, en zeker Chianti Classico (het historische gebied waarbinnen Chianti geproduceerd werd, voor de uitbreidingen van de DOCG), biedt een geweldige rijkdom aan wijnen om te drinken bij het eten, bij vrienden, of gezellig bij het haardvuur. Volgens de regels van de DOCG zijn Chianti en Chianti Classico grotendeels gebaseerd op Sangiovese, de meest geplant druif in Italië, aangevuld met lokale variëteiten als Colorino en Canaiolo Nero, internationale variëteiten als Cabernet Sauvignon, Merlot en Syrah of witte variëteiten als Trebbiano en Malvasia (al zijn die laatste enkel toegestaan in de niet-Classico Chianti’s).
Chianti is een grote DOCG qua oppervlakte, met alle subzones inbegrepen zelfs groter dan Bordeaux, dus de smaak en kwaliteit van de wijn varieert naargelang de locatie, samenstelling en verdere behandeling van de wijn. Eenvoudige, jonge Chianti biedt frisse zuren, medium tannines en enkele typische smaken van kersen, viooltjes en een kenmerkend bittertje in de afdronk. Oudere Chianti, voornamelijk de Riserva’s (2 jaar gerijpt op houten vaten) en Superiore’s (met een hoger alcoholpercentage), bieden donkerder fruit, vollere smaken, en complexere noties van tabak, leer en kruiden. Een wijntocht door Chianti zal dus nooit saai worden!
Brunello di Montalcino
Brunello di Montalcino heeft niet veel introductie nodig: dit is een van de bekendste herkomstbenamingen in de wijnwereld, waar de beste wijnen vandaan komen, en waar ook helaas het hoogste prijskaartje aan vasthangt. Brunello wordt gemaakt van 100% Brunello, wat de naam is voor de lokale variant van Sangiovese. Die wordt ook wel eens Sangiovese Grosso genoemd (dikke Sangiovese), omdat hij een dikkere schil heeft dan de normale Sangiovese, en zo ook meer tannines en bijgevolg body aan de wijn geeft.
De hoge tannines en hoge zuren in de Brunello-druif zorgen voor wijnen die jaren, of zelfs decennia kunnen blijven liggen, en steeds hun frisheid en smaak behouden (of zelfs nog verbeteren). Een oude Brunello biedt je een overvloed aan rijp en gedroogd fruit, noten, leer en chocolade, met een aciditeit en tannines die perfect in mekaar verweven zijn. Maar ook als je geen 10 jaar wil wachten is er een Brunello voor jou. De voorbije jaren worden namelijk steeds meer Brunello’s geproduceerd die ook op jonge leeftijd al perfect drinkbaar zijn. Je krijgt dan niet de typische smaken die je krijgt door de wijn langzaam te laten rijpen, maar wel hopen rood fruit, bessen en viooltjes, met wat bitterheid door de nog niet helemaal afgezwakte tannines en vrij hoge aciditeit.
Vino Nobile di Montepulciano
Vino Nobile di Montepulciano is misschien minder bekend dan Brunello en Chianti, maar ook deze DOCG maakt fantastische wijnen van voornamelijk Sangiovese. Of, om preciezer te zijn, van Prugnolo Gentile, de lokale naam voor Sangiovese Grosso, en dus dezelfde druif die in Montalcino gebruikt wordt. In tegenstelling tot Brunello moet Vino Nobile niet van 100% Prugnolo Gentile gemaakt worden, 70% is voldoende. De wijn wordt verder aangevuld met lokale variëteiten zoals Canaiolo en Mammolo, waardoor Vino Nobile een heel eigen karakter heeft.
In een glas Vino Nobile ga je vooral donker fruit herkennen, zwarte kersen en pruimen bijvoorbeeld, maar ook rijpe aardbeien en kersen. Je vindt er ook heel wat complexere smaken als leer en tabak in terug, zoals je die ook in oudere Chianti en Brunello vindt, en vaak ook een kenmerkende finish van theeblaadjes. Die finish komt van de stevige tannines in de Vino Nobile, die in balans wordt gehouden door even stevige zuren, waardoor je ook deze wijn jarenlang in je kelder kan vergeten, tot het ideale moment zich aandient.
Nog een laatste weetje: in de 19e eeuw kregen de wijnen uit Montepulciano vaak een Chianti label. De streek ligt namelijk binnen de Chianti Colli Senesi subzone, en voldoet ook aan de regels voor Chianti. Gelukkig kende Montepulciano een wedergeboorte in de tweede helft van de 20e eeuw, waardoor we nu terug kunnen geniet van een glas (of fles) Vino Nobile di Montepulciano.
Morellino di Scansano
Als Vino Nobile di Montepulciano al minder bekend is dan Chianti en Brunello, dan is Morellino di Scansano dat al helemaal. Dit is een kleine DOCG in de Maremma, Zuid-Toscane, rond de stad Scansano. De naam van de DOCG is er op dezelfde manier gekomen als bij de Brunello di Montalcino: Scansano is de plaats waar de wijn gemaakt wordt, Morellino is de voornaamste druivensoort die gebruikt wordt. En net als bij Brunello, wat letterlijk “kleine bruine” betekent, is Morellino ook het verkleinwoord voor morello, “donker”. En om de vergelijking compleet te maken: Morellino is net als Brunello een lokale naam voor Sangiovese Grosso.
Morellino di Scansano heeft natuurlijk ook haar eigen kenmerken, die haar onderscheiden van Brunello. Zo moet minstens 85% van de druiven Morellino zijn, de wijn mag voor de rest aangevuld worden met lokale variëteiten. Morellino di Scansano heeft ook geen vereisten voor rijping op vaten, in tegenstelling tot Chianti, Brunello en Vino Nobile, waardoor je vaak jonge, frisse Morellino’s op de markt vindt. Daarin vind je een overvloed aan levendig rood fruit, pruimen, leer en kruiden. Je kan ook kiezen voor een Riserva, die minstens 2 jaar moet rijpen, als je op zoek bent naar meer diepgang en complexiteit.
Bolgheri
Bolgheri is een beetje de vreemde eend in de bijt hier. Het is namelijk een heel jonge appellatie, met een traditie die pas begint in de jaren ’60 en ’70 van de 20e eeuw. Bovendien vind je hier ook heel weinig Sangiovese: de wijngaarden staan hier vol internationale variëteiten als Cabernet Sauvignon, Cabernet Franc, Merlot, Syrah en Petit Verdot. Bolgheri is dus een zeer atypische Toscaanse wijnstreek, maar toch vind je hier enkele van de duurste en meest begeerde wijnen ter wereld, en dat heeft alles te maken met Tenuta San Guido. Hier werd in de jaren ’60 Sassicaia gemaakt, de wijn die de Super Tuscan revolutie gestart heeft en tot grote vernieuwing en vooruitgang heeft geleid.
Initieel werden Sassicaia en andere Super Tuscans verkocht als vino da tavola, tafelwijnen, later als IGT Toscana, maar intussen is er ook een echte DOC Bolgheri die de regels voor wijnen uit Bolgheri heeft vastgelegd. Een Bolgheri Rosso, Rosso Superiore of Rosé mag gemaakt worden van 100% Cabernet Sauvignon, Cabernet Franc of Merlot, of als een blend van deze druiven, aangevuld met max. 50% Syrah of Sangiovese. Daarnaast mag ook tot 30% Petit Verdot en andere rode druiven gebruikt worden in de blend. De wijnmaker heeft dus nog veel keuze en mogelijkheden om zijn eigen stempel op de wijn te drukken. Sassicaia heeft intussen ook zelf haar eigen DOC, waarin de klassieke samenstelling van 85% Cabernet Sauvignon en 15% Cabernet Franc is vastgelegd.
Carmignano
Carmignano is een herkomstbenaming die veel mensen niets zal zeggen, maar die absoluut de moeite is om even verder te ontdekken. Het stadje Carmignano ligt zo’n 20km ten westen van Firenze, en dus vrij noordelijk t.o.v. de grote Sangiovese-wijnen uit het zuiden van Toscane. Maar vergis je niet, deze streek ademt wijngeschiedenis: al in 1369 was de wijn uit Carmignano vier keer zo duur als andere wijnen, en al rond 1700 werden hier jonge druivenstokken gekweekt, waaronder ook geïmporteerde Cabernet Sauvignon. Toch werd de streek overschaduwd door Chianti, en wijnen uit Carmignano werden vaak verkocht als Chianti Montalbano (een van de Chianti subzones). Pas in 1975 kreeg Carmignano zijn eigen DOC, en in 1990 zelfs een DOCG, het hoogste trapje in de Italiaanse wijnhiërarchie.
Carmignano was de eerste DOC(G) in Toscane die ook internationale variëteiten als Cabernet Sauvignon en Cabernet Franc toeliet in de blend. Vandaag moet er minstens 50% Sangiovese in een Carmignano zitten, aangevuld met tot 20% Canaiolo Nero, 10 tot 20% Cabernet Sauvignon en ook 10 tot 20% Cabernet Franc. Verder heeft Carmignano ook het ideale terroir om deze druiven te kweken: de bodem zit vol kalk, het water wordt snel afgevoerd om een lage opbrengst bij de planten af te dwingen, en er is een ideale afwisseling tussen warme dagen en koude nachten in het groeiseizoen, waardoor de wijn volledig kan rijpen maar toch ook de nodige frisheid behoudt. Het resultaat is een mooi gebalanceerde, moderne wijn, zeker de moeite om eens te proeven als je de kans hebt!
Andere appellaties
De DOC(G)’s die hierboven staan zijn volgens mij de belangrijkste die Toscane te bieden heeft, maar de lijst is verre van compleet. Je hebt niet alleen appellaties voor rode wijnen (zoals de Rosso’s in Montalcino en Montepulciano), maar ook appellaties die specifiek zijn ingevoerd voor witte wijnen (bvb. Vernaccia die San Gimignano) en zoete wijnen (zoals Vin Santo, Moscadello di Montalcino of Elba Aleatico Passito). Onze rondreis door Toscane is dus zeker nog niet voorbij, en zal bij gelegenheid zeker verder aangevuld worden met de pareltjes uit Italië’s mooiste regio.