Meteen naar de inhoud

10_Kurk of schroefdop, één pot nat?

    Het heeft wel wat… De kurk met een zachte plop uit de fles trekken. En misschien eventjes, geroutineerd, aan de kurk ruiken om een eerste contact te maken met de edele vloeistof in de fles.

    Maar de harde realiteit is dat kruk zeldzaam is en, vooral, stilaan onbetaalbaar voor de modale wijnmaker. Je moet weten (’t is te zeggen: je MOET dat eigenlijk niet weten maar aangezien je de blog leest zal het je waarschijnlijk interesseren….) dat kruk wordt gemaakt van de schors van de kurkboom. Dus: schors af, enkele jaartjes (negen) wachten tot die terug is aangegroeid (negen jaar?) en dan pas kan er weer kurk afgehaald worden (ja, negen jaar).

    En als ze dan ook nog hele badkamers gaan bekleden in kurk, is die snel opgebruikt natuurlijk…

    Er zijn eigenlijk maar twee redenen, voor de producent, om voor natuurkurk te kiezen: prestige en het feit dat ze wijnen produceren die voorbestemd zijn om lange tijd te bewaren. Onderschat vooral de eerste reden niet…

    Bewaarwijnen zijn niet beter af te dichten dan met een kwaliteit natuurkurk van pak ’m beet een halve euro aankoop in gros. Die laten nu eenmaal dat mini-scheetje lucht binnen dat de wijn nodig heeft om te evolueren, want vergis je niet: klinisch afgesloten zal de wijn ook niet de verhoopte kwaliteit bereiken. En de prijs van dergelijke wijnen is van die aard dat die extra halve euro per fles het verschil niet zal maken.

    Het voor de hand liggende alternatief is perskurk. Dat ziet eruit als natuurkurk, is dat eigenlijk ook, maar dan als samengekleefde versie van de overschotjes van die eerder vermelde, uit-één-stuk kurken. Geen angst, er wordt kwalitatieve, hoogst onschadelijke verlijming gebruikt… Maar het klinkt al een beetje ambetant als je erbij stilstaat. Toch?

    En toch, je drinkt meer wijn die wordt afgesloten met een perskurk dan eender welk ander stopsel. Dat is het mooie eraan: het doet weinig af van de kwaliteit van ruim drie vierde van alle wijn en het is een (soort) kurk.

    Er zijn ook de flashy, fluo, aartslelijke siilicone kurken!

    Ik begrijp het niet. Kan iemand mij uitleggen hoe je nu minimum een jaar van je leven kan spenderen aan het kweken van druiven en maken van wijn, een natuurproduct waar je lijf en leden voor inzet en terecht trots op kan zijn, een edel streven dat bloed – zweet – tranen en al wat je wil kost, de plausibele kortste weg naar een vechtscheiding… om dan de weg uit de fles (de enige manier om er iets aan te hebben) af te sluiten met een Barbie-roze plastiek kurk?

    Stel je voor: je bent een beginnend wijnliefhebber en op een avond ontvang je enkele mensen die een tijdje met wijn bezig zijn en waarvan je al een en ander opstak. Mensen die je nu eens wil imponeren, dus je hebt advies gevraagd aan je favoriete wijnleverancier die je een wijn van twaalf euro heeft aangeprezen als een ontdekking, ook voor gerenommeerde wijnliefhebbers.

    Je legt uit van welke streek de wijn komt, haalt ondertussen met je sommelier (hippe kurkentrekker) de bovenkant van de capsule af net onder de verdikking op de hals (zoals het hoort), somt de druiven en hun respectieve aandeel op, draait je professionele kurkentrekker (perfect verticaal!) handig in de kurk, voegt er nog fijntjes aan toe dat ze straks een gokje mogen uitbrengen op de prijs en dan trek je met een artificiële “floep” een FLUO KOTSGROEN kurk uit de fles.

    Wees er maar zeker van dat een glimlach moeilijk te onderdrukken zal zijn voor uw publiek.

    Dan klinkt een schroefdop toch zo slecht niet? Sluit perfect af voor een onbeperkte tijd en behoeft geen gereedschap of kundigheid om te openen. En sluit, op een uitzonderlijke keer dat de fles niet uitgeraakt, ook opnieuw perfect af. Dat, in ruil voor een beetje nostalgie.

    Want het is natuurlijk zo dat die schroefdoppen ook niet per ongeluk worden gemaakt. Langlopende studies hebben ondertussen gezorgd voor inzicht in welke viltjes, in de schroefdop, hetzelfde effect garanderen als de klassieke natuurkurk. Een perfect gedoseerde mini-hoeveelheid zuurstof in functie van het potentieel van de wijn, het valt te krijgen. Stukken manipuleerbaarder dan kurk!

    Al gehoord van “kurksmaak”? Dat heb je natuurlijk niet met een schroefdop. Al moet gezegd dat het voorkomen van trichloro-anisol, TCA als je een glas op hebt, in de praktijk best wel meevalt en zelfs de 2% die doorgaans wordt opgegeven als factor mij ruim berekend lijkt.

    Wat maakt dus dat schroefdop wordt overwogen als alternatief voor natuurkurk? De stijgende kostprijs van die laatste, kwestie van vraag en aanbod. Wat weerhoudt de schroefdop van de absolute doorbraak? Imago. Maar vergeet niet dat je ook nog eens andere flessen nodig hebt om met schroefdop te werken en dat dit in de praktijk ook een struikelblok zal zijn.

    Ik blijf erbij dat ruim drie vierde van alle wijn (en dan hou ik mij nog in) gemaakt wordt voor consumptie binnen de vier jaar en dat de schroefdop die meer dan perfect, goedkoop en een stuk praktischer kan afsluiten. En voor die uitzonderingen die decennia lang evolueren tot godendrank? Daar zal de prijs van de kruk geen rol spelen, en daarvoor is er meer dan genoeg kurkproductie.

    Alleen is de wijnwereld niet gekend voor zijn pragmatische aanpak. Eerder voor sfeer en en traditie. Wat ook leuk is natuurlijk.

    En we moeten natuurlijk wel zorgen dat er voldoende kruk beschikbaar blijft voor de Champagnes, Cava’s, Prosecco’s en dergelijke, want die wil je niet opendraaien…

    This website uses cookies. By continuing to use this site, you accept our use of cookies. 

    nl_NL